Premier Mark Rutte snapt de krappe onvoldoende die het kabinet-Rutte II krijgt van de Nederlandse bevolking: “Het kabinet heeft moeilijke beslissingen moeten nemen in moeilijke tijden.”
Dat zei Rutte donderdag tijdens de tweede dag van de Algemene Politieke Beschouwingen. Hij reageert daarmee op het rapportcijfer dat het kabinet kreeg van de Nederlandse bevolking, volgens het jaarlijkse Prinsjesdagonderzoek van Ipsos.
Volgens Rutte gaat het weer beter met Nederland, maar merkt nog lang niet iedereen daar iets van: het is nog niet concreet zichtbaar in het leven van alle Nederlanders.
Lees ook: 6 jaar Rutte – economie gered, maar je huis, pensioen en auto zijn er minder aan toe
De premier kon direct op kritiek rekenen van PVV-voorman Geert Wilders en 50Plus-leider Henk Krol. Wilders verweet de premier dat hij in een “parallelle werkelijkheid” leeft, Krol merkte op dat de achterban van Rutte “inderdaad in een hele andere hoek zit” als zijn eigen achterban.
Volgens Rutte is er echter een "grote, koppige meerderheid die vooruit wil en zich afkeert van het pessimisme".
Taalles voor Wilders
Wilders kon verder nog rekenen op een taalles van de premier (die tijdens het debat ook nog aanhaalde dat hij lesgeeft op een school): Het is niet pleur op, maar pleurt op. Rutte verweet Wilders ook dat hij een slechte boekhouder zou zijn, omdat hij de verminderde aardgasbaten niet zou meenemen in zijn berekeningen.
Rutte vond daarnaast nog tijd om Partij voor de Dieren-fractievoorzitter Marianne Thieme te vertellen over Droef, de hond die hij vroeger als kind had. De hond lustte geen worst van de slager, zo vertelde de premier.